Over Willem Slooten
Westland
‘Een prachtschip, vergeleken met onze andere schepen’, vond Willem Slooten toen hij op 5 juli 1944 op de Westland terechtkwam.
De vrachtvaarder Westland was van origine een Noors schip. Het liep in 1931 als Nansenville van stapel in het Zweedse Malmö. In 1937 werd het overgenomen door de Koninklijke Hollandsche Lloyd, die het omdoopte tot Westland. Het was een motorschip van 5888 ton dat 14 knopen haalde.
De Westland heeft een rol gespeeld in een achteraf wat bizarre poging 1200 Duitse krijgsgevangenen van het Nederlandse leger naar Engeland te vervoeren. Op 11 mei 1940, de dag na de inval van de Duitsers, was de Westland van Amsterdam naar IJmuiden gegaan en buitengaats afgemeerd. De dag erop dreigde het schip doelwit te worden van Duitse bombardementen en week het uit naar de open Noordzee. Het plan was om ’s nachts terug te keren om de Duitse krijgsgevangenen op te pikken, die inmiddels per trein en vrachtauto naar IJmuiden waren vervoerd. Bij terugkeer kon de Westland evenwel de ingang van het Noordzeekanaal niet vinden, aangezien de vuurtorens gedoofd waren. Onverrichterzake keerde het schip om en zocht zijn toevlucht in Engeland. De Duitse krijgsgevangenen werden ondertussen in de kelders van een aantal vishallen opgesloten. De volgende dag werden ze door een ander schip alsnog naar Engeland vervoerd.
Na de oorlog kreeg de Westland een bescheiden accommodatie voor tien passagiers. In 1963 werd het schip gesloopt in Split, Joegoslavië (nu Kroatië).