Trinidad

Het einde van de Britse kruiser Trinidad werd ingeluid door een treffer van haar eigen torpedo.

De Trinidad was een lichte kruiser van de Crown Colony-klasse. een groep van elf schepen genoemd naar Britse kroonkolonies. Ze had een waterverplaatsing van 8530 ton, was 170 meter lang. De bemanning telde 907 koppen. De Trinidad was in de vaart vanaf 14 oktober 1941. Ze had twee Walrus-vliegboten aan boord.

In maart 1942 hoorde de Trinidad bij het escorte van een konvooi naar Moermansk. Hoewel de arctische konvooien in deze periode vrij ongestoord verliepen, raakte de Trinidad in gevecht met een Duitse jager. Daarbij schoot ze een torpedo af op haar tegenstander. Mogelijk als gevolg van de ijzige kou in het hoge noorden kwam de torpedo niet op snelheid en keerde zich tegen de Trinidad zelf. 32 man kwamen om. De beschadigde Trinidad werd uit het strijdgewoel weggesleept en kon met moeite op eigen kracht Moermansk bereiken.

Na provisorische reparaties vertrok de Trinidad op 13 mei uit Moermansk naar IJsland. Het schip kon nog steeds niet harder varen dan 20 knopen in plaats van de 33 waarop ze was ontworpen. Een dag later werd de Trinidad op zee door minstens twintig Junker Ju 88 bommenwerpers belaagd. Slechts één van de bommen raakte de Trinidad, maar dat was net op de door haar eigen torpedo veroorzaakte zwakke plek. Er brak een hevige brand uit en het schip moest worden verlaten. Er kwamen 63 opvarenden om.

De Trinidad dreef nog, maar was nu zo erg beschadigd dat de Britten besloten het schip zelf tot zinken te brengen. Dat gebeurde op 15 mei 1942 door een torpedo van de jager Matchless. De Trinidad was nauwelijks een half jaar in de vaart geweest.