Spalding, woensdag 7 mei 1941 07-05-1941
Een reuze gezellige tijd
Woensdag 7 mei 1941 Vanochtend van middernacht tot bij vieren waren we wegens luchtaanvallen weer met zijn allen op. Maar deze keer was het gelukkig verder weg in de stad en niet zo dicht bij de haven. Vanaf 3 mei hebben we elke nacht luchtalarm gehad dat zo’n vier tot vijf uur duurde. Dus na een korte slaap ging ik vanmorgen vroeg, om zeven uur, op stap. Ik had al naar Spalding geschreven dat ik eerder zou komen en een telegram naar de politie daar gestuurd om verlof te te vragen. Doe je dat niet dan krijg je van de politie in Liverpool geen verlof om te vertrekken.
Eerst een heel stuk gelopen door smeulende puinhopen en daarna in een volgepropte bus verder. Ik had behalve mijn handkoffer - waarin twee olifanten voor de familie, waar ze erg blij mee waren - mijn gasmasker en stalen helm mee. Daarna weer een stuk lopen naar Mount Pleasant, langs afgezette straten waardoor ik een grote omweg moest maken, naar de volgende bus die om half negen naar St. Michael vertrok. Van daaruit nog zo’n tien minuten lopen naar het station. Ik was in mijn nieuwe, vorig jaar in Hull gekochte, uniform en mijn blauwe regenjas die ik hier in Liverpool had gekocht.
Ik reisde eerste klas, dat is veel rustiger op zo’n lange reis, op een maandretour. Onderweg in de trein en op de stations gebruikte ik koffie, thee en brood. Om half tien vertrek uit St. Michael en tien over twaalf aankomst in Sheffield. Om vijf voor half drie vertrek uit Sheffield, tien voor half vier in Doncaster en meteen door naar Peterborough waar ik om tien minuten voor zes weer vertrok. In totaal dus drie maal overstappen. Tegen half zeven ’s avonds was ik in Spalding en werd door Marie en oom Will met de auto afgehaald. We gingen eerst naar de politie om me te melden en daarna naar huize Noordwijk waar ik weer heel hartelijk werd ontvangen.
Wat vond ik het daar ineens vreemd rustig. Daar moest ik eerst weer aan wennen. Ik heb er een heel gezellige tijd doorgebracht en kwam daar goed bij. Meestal ging ik tegen een uur of elf slapen tot acht uur ’s ochtends. Vooral de eerste nachten sliep ik ontzettend vast. We hadden hier zondagnacht 11 mei vanaf één uur tot half vier een Blitz, een luchtaanval. Daarbij werden een paar personen gedood en wat huizen vernield en verbrand, zoals Pennington, de mooiste winkel van Spalding. We zagen het vuur van de ontploffingen. Maar verder was het, op een enkel luchtalarm na, gelukkig rustig.
Ik had dus een reuze gezellige tijd. Tweemaal, op een avond, zijn we met oom, tante, Marie en de tweede keer met Eileen, naar Peterborough geweest. Naar de toneelvoorstellingen Raffles en French for Love. We hadden goede plaatsen op de derde en vierde rij. Het leek nog volop dag toen we ’s avonds om negen uur terug waren omdat vanaf 4 mei de zomertijd was ingegaan en de klok twee uren vooruit werd gezet in plaats van één uur wat in Groot-Brittannië standaard gebruikelijk is. We gingen elke week naar de bioscoop, soms tweemaal per week, naar de Odeon of de Savoy. Ik heb daar onder andere Escape - met Conrad Veidt en Norma Shearer - en Spring Parade - met Deanna Durbar - gezien. Zaterdagochtend ging ik meestal boodschappen doen met Marie en met oom Will heb ik veel gewandeld. Verder heb ik op oom Cor’s fiets met Marie fietstochten gemaakt. Op zondag gingen we, meestal met de auto, ooms velden rond. Hij had behalve de grond achter zijn huis er nog zes stukken bij gekocht.
Donderdag 8 mei 1941 Weer 135 pond op de bank gebracht. En ik heb nog foto’s achtergelaten van mezelf, in burger en in uniform. Die had ik in Liverpool laten maken voor mijn moeder, voor het geval er eens iets met me zou gebeuren. Met Jerrie samen ben ik per auto naar een oud stoomgemaal uit 1825, met een oude James Watt stoommachine, wezen kijken. Die werd later vervangen door dieselmotoren en nu was Jerrie, die voor de elektriciteitsmaatschappij werkt, bezig een elektromotor te plaatsen.
Elke maandag werd mijn kleding gewassen en elke dinsdagavond kon ik een lekker warm bad nemen.
Zaterdag 24 mei 1941 Ik hielp oom Cor met het schrijven van een brief naar tante Immetje die werd ondertekend met Cor, Emmelyn, Willem en de nichtjes in de hoop dat ze begrijpt dat ik bij oom Cor logeer. Er waren veel bloemen op het veld: daffodils en tulips ofwel narcissen en tulpen. Oom had verder op zijn velden aardappelen, erwten, haver, uien en augurken staan. In de greenhouses - broeikassen - kwamen de tomatenstruiken op.
Ja, het was een goede tijd en ik begon me al aardig thuis te voelen. De tijd vloog om. Ik maakte nog kennis met de familie Earl uit Moulton, waar Marie en ik heen fietsten en met de invalide meneer Hatwell, die in een wagentje gereden moest worden. Marie deed dat veel. Meneer Hatwell, die vroeger zanger was geweest, was in de vorige oorlog achter het Duitse front met zijn vliegmachine neergeschoten en had daarna acht maanden in Duitse krijgsgevangenschap in het hospitaal gelegen. Later in Engeland trouwde hij met de weduwe van een vriend. Maar toen hij bij een bankfaillisement zijn geld verloor, scheidde ze van hem. En zo was hij alles kwijt. Verschrikkelijk, hè?
Woensdag 7 Mei 1941. Vanochtend van middernacht tot bij vieren waren wij weer 83 allen op, (mijnheer Nadort was er ook bij,) wegens airraids. Maar nu was het gelukkig verder weg in de stad, niet zoo dicht bij de haven. Vanaf 3 mei hebben wij elke nacht alarm gehad en dan gedurende 4 á 5 uren op geweest of in de tochtige schuilplaatsen. Dus na een korte slaap ging ik 7 Mei vroeg opstap, te 7 uur (Ik had al naar Spalding geschreven dat ik eerder weg kon) (en een telegram naar de politie daar gestuurd om verlof om er heen te gaan, anders krijg je van de Liverpool-politie geen verlof).
Eerst een heel stuk loopen door smeulende puinhoopen, daarna op een volgepropte beurs (ik had mijn gasmasker en stalen helm mee, en mijn handkoffer, en twee olifanten voor de familie, waar ze erg blij mee waren). Daarna een stuk loopen naar Mount Pleasant, langs afgezette straten een groote omweg makende, naar de bus, die te 8.30 naar St. Michael vertrok. Daar uitgestapt en ± 10 minuten gelopen naar het 84 station; ik was een uniform, mijn nieuwe uniform die ik vorig jaar te Hull had gekocht, met mijn blauwe regenjans die ik nu hier te Liverpool had gekocht. [1]
Ik reisde 1e klas, dat is veel rustiger op zoo'n lange reis, op een maandretour, onderweg in de trein en op de stations gebruikte ik koffie, thee en brood. 9.30 vertrek St. Michael. 12.10 aankomst Sheffield. 14.25 Vertrek Sheffield, 15.20 te Doncaster, en meteen vertrek. 17.25 te Peterboro, 17.50 van Peterborough. In al die plaatsen moest ik overstappen, dus totaal drie maal. Tegen half 7 's avonds was ik te Spalding en werd door Marie en oom Wil met de auto afgehaald. We gingen eerst naar de politie om me weer te melden en daarna naar “Noordwijk” waar ik weer zeer hartelijk ontvangen werd.
Wat vond ik het daar ineens vreemd rustig, daar moest ik eerst weer aan wennen! Nu, ik heb daar een heel gezellige tijd doorgebracht en kwam daar heel 85 wat bij, tegen 11 uur ging ik meestal slapen, tot 8 uur 's ochtends. Vooral de eerste nachten sliep ik ontzettend vast. Alleen hadden wij hier van Zondagnacht 11 Mei 1 uur tot half 4 een “Blitz”, een luchtaanval waarbij eenige personen gedood werden en eenige huizen vernield en verbrand, o.a Pennington, de mooiste winkel van Spalding, we zagen de vuurstralen van de ontploffingen. Maar verder was het gelukkig kalm, behoudens soms een enkel luchtalarm.
Ik had een reuze-gezellige tijd. Tweemaal op een avond zijn we met Oom, Tante en Marie (de tweede keer met Eileen) naar Peterborough geweest naar een toneelvoorstelling, (“Raffles” en “French for love”), wij hadden goede plaatsen op de 3e of 4e rij. Het was nog volop dag toen hij 's avonds negen uur terug waren, daar vanaf 4 Mei de zomertijd twéé uren vooruit gezet was; dat eene uur blijft het heele jaar door. Elke week gingen we naar de bioscoop, soms 86 tweemaal per week, naar “Odeon” of “Savoy”, o.a. zag ik daar “Estate” met Conrad Veid en Norma Shearer, en “Spring Parade” met Deanna Durbar.
Zaterdagochtend ging ik meest boodschappen doen met Marie; met oom Will ging ik veel wandelen. Verder heb ik op oom Cor’s fiets eenige fietstochten gemaakt met Marie, en Zondags gingen we meest met de auto al ooms velden rond, hij had er behalve achter zijn huis, nog vijf, en later nog een er bijgekocht.
Ik heb 8 Mei 1941 weer 135 pound op de Bank gebracht. En ik heb nog mijn foto's achtergelaten in burger en in uniformen, die ik de Liverpool had laten maken voor mijn Moeder, indien er eens iets met mij zou gebeuren. Met Jerrie samen ben ik per auto naar een oud stoomgemaal (van 1825) wezen kijken, er was daar een oude James Watt-stoommachine; later kwamen daar Dieselmotoren, en nu was Jerrie (die bij de elektriciteit is) bezig met een elektromotor te plaatsen. [2]
Elke Maandag 87 werd mijn goed gewasschen, en elke Dinsdagavond kon ik een lekker warm bad nemen.
24 Mei hielp ik Oom Cor een brief naar tante Immetje te schrijven, ondertekend Cor. Emmelyn, Willem en de nichtjes, dan begrijpt zij het misschien wel dat ik te logeeren ben bij Oom Cor. Er waren veel bloemen op het veld: daffodils en tulips (narcissen en tulpen). Oom had verder op de velden aardappelen, erwten, haver, uien, en augurken. Op de “greenhouses” (broeikassen) waren tomatenstruiken in groei. [3]
Ja, het was een gezellige tijd, ik begon mij al aardig thuis te voelen, en de tijd vloog om. Ook maakte ik o.a. nog kennis met de familie Earl uit Moulton, waar Marie en ik heen fietsten, en met de invalide mr. Hatwell, die in een wagentje gereden moest worden, Marie deed dat veel. Mr. Hatwell was zanger geweest en in de vorige oorlog achter het Duitsche front neergeschoten uit een vliegmachine, daarna 8 maanden in 88 Duitsche krijgsgevangenschap in ‘t hospitaal geweest, en later in Engeland waar hij toen later trouwde met een weduwe van een vriend, welke dame hem veel in ‘t hospitaal bezocht. Maar toen hij bij een Bankbreuk zijn geld verloor, was er gauw een scheiding, en zoo was hij alles kwijt. Verschrikkelijk hè.
[1] Ook had ik mijn gasmasker en stalen helm (“tin hat”) mee naar Spalding; de schrik van de raids zit er nog in!
[2] Heb mijn naam daar nog in het bezoekers-boek geschreven.-
[3] Oom betaald per jaar aan arbeidsloon ongeveer 2500 pound (f. 19.000).-