Noord-Atlantische Oceaan, zaterdag 18 juli 1942 18-07-1942 
Halifax - Liverpool
Die mist begint te vervelen
Zaterdag 18 juli 1942 Nog steeds dikke mist. Vanochtend om half elf was het even helder zicht en konden we een zonshoogte nemen maar na de middag regende het en kregen we weer dikke mist. Wat duurt dat toch lang, dit is al de vijfde dag. Wij zijn nu op ongeveer 55º noorderbreedte en 34,5º westerlengte (gis om 12 uur). Om 16 uur was de lucht 15º en het zeewater 11,5º graden. Ik ben nu druk met de administratie. Het overwerk is zover af en nu de reparatie, de aanvraag voor Liverpool en de inventaris van de reddingboten en vlotten. Dat is op zich al een hele studie want we hebben vier boten, zes vlotten en nog een kotter of werkboot.
Die mist begint aardig te vervelen; je ziet haast niets dan een paar grijze omtrekken van schepen. Dit zijn overigens wel drukke reizen. Op zee steeds in konvooi, veel schrijfwerk en in de havens vaak dag en nacht werken. Daarom was het voor ons zo slecht niet een tijd rustig in Halifax te liggen na de aanvaring. Ons oorspronkelijk konvooi zal nu wel in Liverpool gearriveerd zijn. Kon ik u maar geregeld brieven schrijven zoals ik dit dagboek bijhoud. Nu krijgt u na jaren alles tegelijk te lezen, zullen we hopen, dan zijn we weer gelukkig!
Zondag 19 juli 1942 Vanavond weer lekker gegeten, kip met gebak na. Ik moet oppassen dat ik niet te dik word. We hadden vandaag af en toe opklaringen zodat we voor in het eerst sinds drie dagen weer een zonsbestek konden nemen. Ons middagbestek was: 55º 40’ noorderbreedte, 28º 11’ westerlengte. We hadden 697 mijl gemaakt in drie etmalen, dus het konvooi loopt bijna 10 mijl. Lucht- en watertemperatuur waren om 16 uur 17º en 12,5º. Nog steeds veel verschil dus. Er waait een zuidwestelijke matige wind.
Wonderlijk zoals met die erge mist het konvooi toch bij elkaar blijft en ook de jagers en korvetten van het escorte steeds rond ons blijven. Vanmiddag het vlaggensein JK1: het testen van machinegeweren en afweergeschut.
Maar nu eindig ik; ik ga vroeg slapen want de klok gaat vannacht weer een uur vooruit. Zou de oorlog spoedig over zijn? Ik hoor dat de moffen drie miljoen Nederlanders naar Oost-Europa willen sturen om zo ons landje te kunnen verduitsen.
Doneer!
Zaterdag 18 Juli 1942. Nog steeds dikke mist; vanochtend te half elf was het even helder zicht en konden wij een zonshoogte nemen, doch na de middag regende het, en kregen wij weer dikke mist. Wat duurt dat toch lang, dit is al de 5e dag; wij zijn nu op ongeveer 55° Noorderbreedte en 34½° Westerlengte; (MD. gis); te 16u was de lucht 15° en het zeewater 11,5° C. 
Ik ben nu druk met administratie, het overwerk is zoover 464 af, en nu de reparatie en de aanvraag voor Liverpool, en de inventaris der reddingbooten en vlotten, wat ook al een heele studie is, want wij hebben 4 booten en 6 vlotten en nog 1 kotter of werkboot.- 
Vanochtend op de hondewacht hadden wij de zijdelichten gedempt bij en het heklicht, met die dikke mist; het begon te 3u al te dagen. Het begint aardig te vervelen die mist: je ziet haast niets dan eenige grijze omtrekken van schepen, en steeds maar witte of grauwe mist met overdag soms nog schel licht erdoor, dat je oogen pijn doen.-
Nu nog even wat leezen en dan vroeg slapen!- Tot weerziens--? 
Dit zijn anders wel drukke reizen: op zee steeds in convooi en veel schrijfwerk en in de havens veelal dag en nacht werken; daarom was het voor ons zoo slecht niet een tijd 465 rustig in Halifax gelegen te hebben na de aanvaring. Ons oorspronkelijk convooi zal nu wel in Liverpool gearriveerd zijn.- Kon ik U maar geregeld brieven schrijven zooals ik dit dagboek bijhou; nu krijgt U na jaren alles tegelijk te lezen, zullen wij hopen, dan zijn wij weer gelukkig!-
Zondag 19 Juli 1942. Vanavond weer lekker gegeten, kip, met gebak na, dus nu nog wat met U praten al is het dan maar op papier. Ik moet oppassen dat ik niet te dik wordt, dus wat minder eten. Wij hadden vandaag nog steeds, soms dikke, mist, met echter af en toe opklaringen zoodat wij voor in het eerst sinds 3 dagen weer een zonsbestek konden nemen; ons middagbestek was: 55o40’ Noorderbreedte, 28o11’ 466 Westerlengte. Wij hadden 697 mijl gemaakt in 3 etmalen, dus bijna 10 mijl loopt het convooi. Wat een uitgestrekt mistgebied is dat, het begon feitelijk al te misten 4 Juli bij Cape Cod. Lucht- en watertemperatuur was te 16u: 17o en 12,5o C., nog steeds veel verschil dus; er waait een ZWe matige wind.
Wonderlijk zooals met die erge mist het convooi toch bij elkaar blijft en ook de jagers en korvetten van het escorte steeds rond ons blijven. Vanmiddag te 15u het vlaggesein “JK1”, d.i. probeeren van machinegeweren en afweergeschut. Maar nu eindig ik; ik ga vroeg slapen want de klok gaat vannacht 1 uur vooruit weer.- 
Zou de oorlog spoedig over zijn? Ik hoor dat de Moffen drie millioen Nederlanders 467 naar Oost Europa willen zenden, om zoo ons landje te kunnen verduitschen.
Ik heb een goede hulp aan onze 2 Engelsche passagiers met het opmaken van mijn Engelsche reparatiestaat en met het typen daarvan.-
 
 
