Spalding, zaterdag 28 september 1940 28-09-1940
Komkommers en tomaten
Zaterdag 28 september 1940 Na het ontbijt en nadat de meisjes klaar waren met het huishoudelijk werk, ben ik met Marie mee geweest om inkopen te doen bij de bakker en slager. Daarna nog wat kerkblaadjes rondbrengen bij kennissen. Op de terugweg wandelden we door een aardig parkje. Onderweg kochten we nog een speldje voor het Spitfirefonds van Spalding: het geld wordt gebruikt om een Spitfire te kopen. Die kosten vijfduizend pond.
’s Middags heb ik met oom zijn land en kassen bekeken. Hij heeft nu drie groepen van drie kassen - greenhouses - en een groep van twee met elk een aparte stookketel. De drie nieuwste groepen worden automatisch gestookt en op temperatuur gehouden. Alleen de oudste groep was nog niet automatisch. De komkommer- en tomatentijd was net voorbij en er werden nu bakken met bloembollen neergezet, zodat er in december bloemen zouden zijn. Het is een groot bedrijf: bollenschuren, een bollensorteermachine van Hollands fabrikaat, een paar paarden en wagens en ook een vrachtauto. Om de zoveel tijd stelt oom de vrachtauto met bestuurder ter beschikking voor brandbestrijding door luchtaanvallen. Er komt dan een grote tank met water en slang op te staan. De komkommers en tomaten waren duur door de oorlog. In vredestijd betrok oom elk jaar nog bollen uit Holland om te kweken.
’s Avonds gingen oom, tante, Will, Marie en ik met de auto naar de bioscoop. Het was natuurlijk blackout - verduistering - dus Marie moest voorzichtig rijden. Ik dacht al die tijd bij mezelf: dat moest ma eens weten, dat ik hier in Spalding ben.
Er wordt vier keer per dag gegeten. ’s Ochtends breakfast - ontbijt - met geroosterd brood en spiegeleieren. Tante zit dan aan één kant van de tafel, achter het theeblad, oom aan de andere kant en ik naast Marie. Tegenover ons oom Will naast Corrie. Maar soms waren er natuurlijk meer eters. Om twaalf uur is het dinner - warm eten - en om vijf uur tea - thee met brood en koek. ’s Avonds tegen negen uur nog een broodtafel, supper genaamd.
Zaterdag 28 Sept. ’40 ben ik na het ontbijt en nadat de meisjes klaar waren met het huishoudelijk werk, met Marie meegeweest die inkoopen moest doen bij bakker, slager enz. en eenige kerkblaadjes moest wegbrengen bij kennissen; terug wandelden wij door een aardig parkje. Onderweg kochten wij nog een speldje voor het Spitfirefonds van Spalding, dat diende om een Spitfire te koopen (5000 pond).
40 ’s Namiddags heb ik met oom zijn land en kassen (“greenhouses”) bekeken; hij heeft nu 3 groepen van 3 greenhouses en 1 groep van 2, die elk een aparte stookketel hebben. De 3 nieuwste groepen worden automatisch gestookt en op temperatuur gehouden; alleen de oudste groep was nog niet automatisch. De komkommers en tomaten waren juist afgeloopen en men was bezig bakken met bollen in de greenhouses te brengen, om December bloemen te hebben. Een groot bedrijf is dat: bollenschuren, bollensorteermachine (Hollandsch fabrikaat), eenige paarden en wagens en een vrachtauto. Om de zoveel dagen stelde Oom zijn auto (vrachtauto) met een man erbij beschikbaar voor brandbestrijding bij luchtaanvallen, er kwam dan een groote tank met water en een slang op te staan. Komkommers en tomaten waren duur 41 vanwege de oorlog. In vredestijd betrok hij elk jaar nog bollen uit Holland voor te kweeken.
’s Avonds gingen Oom en tante, oom Will, Marie en ik met de auto naar de bioscoop. Het was natuurlijk black-out (verduistering) dus Marie moest voorzichtig rijden. Ik dacht al die tijd bij mezelf: ”Dat moest Moe eens weten dat ik hier in Spalding ben.”
Er werd 4 maal per dag gegeten: ’s ochtends “breakfast” (ontbijt) met geroosterd brood, speigeleieren; tante zat aan de eene kant van de tafel achter het theeblad, oom aan de andere kant; ik zat naast Marie en daartegenover oom Will naast Corrie. Maar soms waren er natuurlijk meer eters. Om 12 uur was het dinner (middageten) warm eten; om 5 uur n.m. “tea” (thee met brood, koek enz) en ’s avonds om 9 uur ongeveer nog een broodtafel.(“supper” genaamd).