Het dagboek
Het dagboek van Willem Slooten bestaat uit dertien stevige notitieboeken en schoolschriften. Het heeft de vorm van één langgerekte brief aan zijn moeder in Nederland, met wie hij vanwege de oorlogsomstandigheden maar zeer onregelmatig en oppervlakkig contact heeft – bijvoorbeeld via zogenoemde Rode Kruisbrieven. Geregeld uit de auteur zijn zorgen over het welzijn van zijn moeder en verzucht hij niets liever te willen dan zijn plichten als zorgzame zoon te vervullen en haar een onbezorgde oude dag te geven.
Maar meer nog dan voor zijn moeder, schreef Willem Slooten zijn dagboek waarschijnlijk voor zichzelf, ook al spreekt hij dat nergens met zoveel woorden uit. Het is duidelijk dat er in zijn hoofd geweldig veel omgaat, zo veel dat hij een dagboek alleen al nodig heeft om orde op zaken te stellen. Of hij ergens in zijn achterhoofd had dat zijn zielenroerselen ooit weleens door buitenstaanders zouden kunnen worden gelezen, valt niet meer vast te stellen. Uit de nogal didactische stijl, waarbij iets soms meerdere malen uitvoerig wordt uitgelegd, zou je dat wel kunnen opmaken. Maar het kan ook zijn dat hij daarbij alleen zijn oude moeder thuis in gedachten had.
Vulpen
De dertien delen van het dagboek zijn in een voor die tijd gangbaar, keurig schuin mannenhandschrift volgeschreven met vulpen. Met de nadruk op vol. Er is haast geen vierkante centimeter onbenut gebleven. Je eerste gedachte is dat dit misschien te maken heeft met papierschaarste, maar de in de Verenigde Staten, Engeland en Brazilië gekochte schriften zijn van hoge kwaliteit en beslist geen inferieur oorlogsproduct.
Op de bijna achttienhonderd pagina's staan een kwart miljoen woorden. Dat is veel: ongeveer drie kloeke romans (zie in de Verantwoording hoe we hiermee zijn omgegaan). Aan de andere kant hoef je per dag nog niet eens een kantje vol te schrijven om na vijf jaar zo’n lap tekst te krijgen.
Er komt in de hele tekst vrijwel geen witregel voor. Op heel veel plaatsen zijn de pagina’s nog voller dan ze al zijn door dwars in de kantlijn toegevoegde opmerkingen – mogelijk voor een belangrijk deel van na de oorlog. De propvolle pagina’s geven misschien een beeld van Slootens brein, waarin vermoedelijk ook geen witregels zaten.
Misschien ook van na de oorlog dateren de vele onderstrepingen, deels in kleur maar altijd netjes langs een liniaal getrokken. Het valt voor de tegenwoordige lezer niet altijd te begrijpen waarom Slooten het nodig vond een bepaalde passage met een onderstreping of een verticale lijn in de marge te markeren.
Het handschrift is regelmatig, hoewel er, zoals Slooten zelf ook opmerkt, naar het einde toe iets meer agressie en emotie in lijken te sluipen. Maar ook dan blijft het netjes op lijntjes. Opmerkelijk is het vrijwel ontbreken van doorhalingen. Kennelijk vergiste Willem Slooten zich zelden. Op taalfouten is de auteur vrijwel nergens te betrappen.
Notulist
Willem Slooten is geen dichter, eerder een notulist of de opsteller van een proces-verbaal. Voor hem is de taal niet het vehikel om uiting te geven aan de diepste gevoelens die in hem omgaan, en uit niets blijkt dat hij kennis heeft van of geïnteresseerd is in literatuur of andere vormen van cultuur – afgezien van zijn aanzienlijke bioscoopbezoek. Een enkele keer heeft hij het over een ‘leesboek’, maar de weinige keren dat hij zich ontspant door te lezen doet hij dat liever met een leerboek over kompaskunde. Hij toont zich wel een gretig en kritisch consument van de actualiteit, waarvan hij vooral kennis neemt via beveiligde radioverbindingen. Geen detail van de oorlog lijkt hem te ontgaan.
Het verklaart zijn weinig ambitieuze, om niet te zeggen naïeve schrijfstijl. Die komt erop neer dat hij lukraak neerpent wat in hem opkomt. Afgezien van de chronologie en de passages die hij markeert met ‘Oorlogsnieuws’ zit er nauwelijks structuur in zijn tekst. Slechts een doodenkele keer pakt hij een deelonderwerp bij de kop om dat thematisch uit te werken. Van pogingen een rode draad aan te brengen in zijn betoog is niets te merken. Het maakt het eerlijk gezegd nogal een opgave zijn dagboek in extenso te lezen.
Daartegenover staat de enorme informatiedichtheid. De vrucht van dit ongeremde schrijven is dat we nu alles wat Willem Slooten in zijn hoofd had, en dat was nogal wat, op papier hebben. Het maakt zoiets betrekkelijk abstracts als het varen in konvooi een stuk minder afstandelijk. We zitten er dankzij Willem Slooten letterlijk middenin.
Dertien schriften
1 | 16 februari 1940 t/m 9 november 1941 | |
2 | 10 november 1941 t/m 12 april 1942 | |
3 | 13 april 1942 t/m 21 juli 1942 | |
4 | 22 juli 1942 t/m 14 november 1942 | |
5 | 15 november 1942 t/m 4 februari 1943 | |
6 | 5 februari 1943 t/m 9 april 1943 | |
7 | 10 april 1943 t/m 28 juli 1943 | |
8 | 29 juli 1943 t/m 23 september 1943 | |
9 | 24 september 1943 t/m 5 december 1943 | |
10 | 6 december 1943 t/m 18 mei 1944 | |
11 | 19 mei 1944 t/m 6 november 1944 | |
12 | 7 november 1944 t/m 7 mei 1945 | |
13 | 8 mei 1945 t/m 18 november 1945 |